Een apotheek heeft tot taak medicijnen die door artsen worden voorgeschreven (op recept) aan de patiënten te verstrekken en er uitleg bij te geven zodat deze goed gebruikt kunnen worden. Ook medicijnen waarvoor geen recept nodig is worden door de apotheek afgeleverd. Een apotheker is een belangrijke schakel in de gezondheidzorg. Hij kent de toepassing, de wijze van gebruik van middelen en weet van mogelijke risico's bij gebruik van het middel, al dan niet in combinatie met andere middelen (die soms door andere artsen aan dezelfde patiënt zijn voorgeschreven) of bijvoorbeeld bij zwangerschap of borstvoeding.
Apotheek is de naam van de plek waar medicijnverkoop plaats heeft en, alhoewel tegenwoordig steeds minder, medicijnen gemaakt worden. Het woord apotheek komt uit het Grieks en betekent 'bergplaats'. Het werd gebruikt voor de ruimte (apotheca) in een klooster waar de geneeskrachtige kruiden werden bewaard.
Er zijn verschillende soorten apotheken: apotheken die medicatie en medische hulpmiddelen leveren aan patiënten in het ziekenhuis (intramurale zorg; de ziekenhuisapotheek) en de apotheken die leveren aan patiënten buiten het ziekenhuis (extramurale zorg; de apotheek op de hoek).
De ziekenhuisapotheek (Intramurale farmaceutische zorg)
De ziekenhuisapotheek maakt de bereiding en levert medicijnen af aan patiënten in een ziekenhuis. De geleverde artikelen kunnen verschillen van standaard medicatie die in de extramurale zorg geleverd wordt. In Nederland worden de kosten voor deze medicatie betaald uit het ziekenhuisbudget.
De apotheek op de hoek (Extramurale farmaceutisch zorg)
Apothekers in Nederland zijn verenigd in de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, kortweg KNMP.